Het woord altviool stamt af van "viola", een naam die is afgeleid van het verleden van de altviool als lid van de historische altvioolfamilie uit de Renaissance (van het Italiaanse viola da braccio, armviool). In de 16e en 17e eeuw was de viola da braccio de algemene term voor de nieuwe snaarinstrumenten van de vioolfamilie (armviolen) en diende om ze te onderscheiden van de viola da gambafamilie (viola da gamba, beenviolen). In het Italiaanse gebruik verdween geleidelijk de toevoeging "da braccio" voor het altinstrument van de strijkersfamilie, terwijl in Duitstalige landen juist deze toevoeging het instrument zijn spreektaalnaam gaf: "Bratsche" (Duitse woord voor altviool).
Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de altviool