Opbouw en onderdelen van de viool

Een viool bestaat uit veel verschillende onderdelen en materialen. In detail omvat de constructie de klankkast, de zijranden, de hals, de krul en de kam. De karakteristieke krul aan het einde van de vioolhals is een overblijfsel uit de barokperiode en hoort bij alle klassieke snaarinstrumenten. Soms worden leeuwenkoppen of ander snijwerk gebruikt in plaats van krullen voor bijzonder edele instrumenten.

Der Aufbau einer GeigeDe klankkast van het strijkinstrument heeft een zeer belangrijke taak. Bestaande uit een bovenblad, een achterblad en een zijrand. De klankkast versterkt de delicate klank van de vier snaren en zorgt ervoor dat het instrument geschikt is voor orkest en concert.

Het bovenblad van de viool is gemaakt van sparrenhout. Vurenhout combineert een relatief laag gewicht met een grote elasticiteit, wat een positief effect heeft op de klankeigenschappen van het instrument. Het bovenblad van de viool bestaat bijna altijd uit twee delen die in het midden met elkaar zijn verbonden. Aan het bovenblad is de kam bevestigd. Deze past zich aan de kromming van het vioolblad aan en wordt alleen op zijn plaats gehouden door de snaren die eroverheen zijn gespannen. De kam geeft de trillingen van de snaren door aan de klankkast.

De achterkant van de viool is gemaakt van esdoornhout. Soms wordt ook populieren-, kastanje- of wilgenhout gebruikt. Het onderblad van violen bestaat uit één of twee stukken. Bijzondere visuele effecten worden bereikt wanneer de rug uit twee stukken wordt gemaakt van gevlamd esdoornhout, d.w.z. met een golvende nerfstructuur. De nerf van het hout is dus spiegelsymmetrisch.
De zijranden, ook wel krans genoemd, verbinden de boven- en onderkant van violen en zijn in de meeste gevallen gemaakt van het onderste hout.

Bij vioolbouw worden de boven- en onderkant versierd door een randinleg. Ze bestaan uit drie smalle stukken hout die dicht op elkaar gelijmd zijn in de groef. Naast het esthetische aspect moet het inlegwerk ook scheuren voorkomen. Dit maakt het een spannende uitdaging voor de vioolbouwer.

De toets is van groot belang voor het vioolspel. gemaakt van ebbenhout of, bij goedkope instrumenten, van ander gezwart hardhout. De hardheid van het hout is bepalend, want als de violist de toets gebruikt, is deze door de druk van de snaren aan permanente slijtage onderhevig, maar om de klank niet nadelig te beïnvloeden moet deze altijd gelijk blijven.

Griffbrett einer GeigeDe toets rust op de hals, die de klankkast met de sleutelkast verbindt. Door de snaren om de sleutelpennen in de sleutelkast te wikkelen, worden de snaren op spanning gebracht en op de juiste toon gestemd, waarbij ze over de kam gaan. Omdat de sleutelpennen, of stemsleutles, voortdurend worden blootgesteld aan de spanning van de vioolsnaren, worden alleen zeer harde houtsoorten gebruikt, zoals ebbenhout, palissander of buxus. Om ervoor te zorgen dat de pennen goed draaien, worden ze behandeld met sleutelzeep. Dit moet van tijd tot tijd worden vernieuwd.


De snaren van de viool zijn E, A, D en G. Voor de E-snaar wordt staal als materiaal gebruikt, terwijl er voor de A-, D- en G-snaren drie alternatieven zijn voor de snaarkern: darm, staal of synthetisch.

Darmsnaren worden door musici beschouwd als zeer levendig en warm, maar zijn het minst duurzaam en zeer gevoelig voor veranderingen in vochtigheid en warmte.

Synthetische snaren komen tegenwoordig qua klankkwaliteit heel dicht in de buurt van darmsnaren, maar zijn uiterst ongevoelig voor vocht en warmte, waardoor ze veel minder ontstemmen en ook sneller bespeeld kunnen worden. De violist vindt hier een optimale combinatie van goede klank en duurzaamheid van de vioolsnaren.

Stalen snaren hebben een iets hogere klank voor de violist, maar zijn duurzaam en stevig, maar minder gebruikelijk in violen. Stalen snaren genieten de voorkeur voor de cello en de contrabas.

viool snaren

Naast de snaarkern worden ze met zeer uiteenlopende materialen gewikkeld. Tot de gebruikte materialen behoren aluminium, zilver, wolfraam en zelfs goud. Elk materiaal heeft zijn eigen bijzondere klankeigenschappen en is daarom naast de kern de tweede variabele bij de keuze van vioolsnaren.

Om de viool comfortabel met de kin vast te houden, wordt de kinhouder aan de onderkant van het instrument bevestigd. Tegelijkertijd wordt voorkomen dat het contact met het bovenblad de klank negatief beïnvloedt. Kinhouders zijn verkrijgbaar in veel verschillende vormen en materialen, voor elke speler.

Ter ondersteuning van de viool wordt meestal een schoudersteun gebruikt in combinatie met de kinhouder. Deze is afneembaar en wordt alleen tijdens het spelen aan het muziekinstrument bevestigd. Let daarom altijd op de staat van de beschermrubbers om schade te voorkomen. Voor een perfecte pasvorm zijn schoudersteunen in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar.

Een van de grootste invloeden op de klankkwaliteit van strijkinstrumenten is de strijkstok. Voor vioolstrijkstokken zijn brazielhout en pernambucohout eeuwenlang de belangrijkste materialen geweest. De laatste decennia zijn ook synthetische materialen zoals koolstofvezel populair geworden voor strijkstokken. Dit maakt de strijkstok van de viool flexibel, maar ook bestendiger. Om de haren van de strijkstok geschikt te maken voor het vioolspel worden ze gecoat met hars.


Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de viool

  • Leer alles wat je moet weten over violen
  • De 10 meest waardevolle violen ter wereld
  • Welke soorten violen bestaan er?
  • Gebruik van de viool
  • Hoe wordt de toon op een viool geproduceerd?
  • De viool stemmen: zo moet het!
  • Wat kan er gedaan worden om de klank van een viool te verbeteren?
  • Klinken oude violen zoals die van Stradivari echt beter?
  • Viool leren spelen? Tips en trucs voor je eerste stappen
  • De belangrijkste accessoires voor viool
  • Viool onderhoud: hoe doe je alles goed?