De barokcomponist Georg Philipp Telemann (1681-1767) speelt een bijzondere rol met betrekking tot de altviool: enerzijds schreef hij het eerste belangrijke soloconcert voor altviool ooit (Altvioolconcert in G groot, TWV 51: G9), anderzijds gebruikte hij het instrument voor het eerst in kamermuziek. Vervolgens is het vooral de kamermuziek waarin de altviool van groot belang is, bijvoorbeeld in de strijkkwartetten van Haydn (Op. 33) en Beethoven of in de kwintetten van Mozart, waar de verdubbelde altviool zorgt voor een vol geluid in het middenregister.
Een interessant fenomeen is dat beroemde componisten zelf graag altviool speelden, bijvoorbeeld Johann Sebastian Bach (1685-1750), Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), Ludwig van Beethoven (1770-1827) en Antonin Dvořák (1841-1904). Paul Hindemith (1895-1963), die talrijke solo- en kamermuziekwerken voor altviool creëerde en beschouwd wordt als een van de belangrijkste componisten voor altviool, was zelfs solist bij de premières van de altvioolconcerten van Darius Milhaud (1892-1974) en William Walton (1902-1983).
Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de altviool