Groter corpus, langere snaren, hogere ribben: als je de twee instrumenten naast elkaar zet, is het niet moeilijk om de altviool van de viool te onderscheiden. Door zijn grootte klinkt de altviool lager dan de viool, het is een altinstrument, terwijl de viool een sopraaninstrument is. De altviool is een kwint lager gestemd dan de viool en heeft als laagste snaar een C-snaar; de hoogste snaar van de viool, de E-snaar, is weggelaten. De lage C-snaar geeft de altviool zijn eigen donkere, krachtige, soms zelfs sombere klank, die bewust wordt gebruikt in passende passages van klassieke muziek, maar bijvoorbeeld ook in filmmuziek.
De A-mineur drieklank in vioolsleutel en altsleutel.
Is een altviool groter dan een viool?
In tegenstelling tot de viool en de cello zijn er geen standaardmaten voor de altviool; de corpusgrootte en de snaarlengte variëren. Zelfs een kleine altviool is echter groter dan een viool, tenzij het een instrument voor kinderen is. Net als bij violen zijn er kleine modellen altviolen voor jongere spelers, waardoor een kind vanaf het begin altviool kan gaan spelen en niet via de "omweg" van de viool. De meest gebruikelijke corpusmaat voor "normale" altviolen, d.w.z. instrumenten voor volwassenen, is tussen 39 en 42 cm lang.
Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de altviool