De altviool wordt in principe op dezelfde manier bespeeld als de viool. Door zijn omvang en de dieper klinkende en sterkere snaren vormt het instrument echter een bijzondere technische uitdaging voor de violist. De arm moet verder worden gestrekt, de noten liggen verder uit elkaar op de toets en de altviolist moet met de linkerhand meer kracht zetten op de snaren en met de rechterhand meer gewicht aan de strijkstok geven. De eerste altviolen waren in feite aanzienlijk groter dan tegenwoordig, maar konden slechts met grote moeite worden bespeeld. De afmetingen van de huidige altviool zijn eigenlijk niet toereikend voor het lage register. Om redenen van bespeelbaarheid werd hier echter een compromis gesloten. Vanaf ongeveer 1740 werd het muziekinstrument kleiner gemaakt en werden de eerste concerti voor violisten geschreven.
Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de altviool