Een groot verschil tussen de viool en de cello is de grootte van het instrument. Terwijl de kleine toets van de viool en de hoge noten een enorme precisie vereisen bij het plaatsen van de vingers, is de cello iets gemakkelijker. Door de lange toets van de cello kunnen echter niet zoveel noten in één positie worden gespeeld, en moet je vaker van positie wisselen. De handpositie op de cello is gemakkelijker dan op de viool omdat de hand minder gedraaid hoeft te worden, maar daar staat tegenover dat je de grote intervallen tussen de noten moet beheersen. Daarnaast speelt het zeker een rol hoe sterk men zich aangetrokken voelt tot het betreffende instrument. Als je er bijvoorbeeld al lang van droomt om cello te spelen, is de kans groter dat je de veelvuldige registerwisselingen als een gegeven accepteert en er met veel oefening "grip op krijgt".
Terug naar Strijkerwetenswaardigheden: de Cello